Onderzoek dwergnijlpaard Eveline afgerond
Hittestress is een steeds vaker voorkomend probleem voor mens en dier. Mensen zoeken verkoeling in de schaduw, gaan zwemmen of blijven binnen. Maar wat doen dwergnijlpaarden eigenlijk bij warmte? Na eerdere verkenningen rondom hittestress in proeftuin Diergaarde Blijdorp, rondde Diermanagement-student Merel Webbe (Van Hall Larenstein) haar onderzoek af naar het thermisch comfort van de dwergnijlpaarden in Blijdorp en ZooParc Overloon.
Sensoren en observaties
Met behulp van de TU Delft werden sensoren geplaatst die gedurende enkele weken de temperatuur, luchtvochtigheid en zoninstraling maten in verschillende delen van de verblijven. Tegelijkertijd observeerde Merel het gedrag van de dieren op meerdere ochtenden en middagen, waarbij ze elke twee minuten noteerde waar de dieren zich bevonden en hoe ze hun verblijf gebruikten. In dit artikel lees je meer over de inhoud van het onderzoek.

Merel noteert het gedrag van de dwergnijlpaarden in ZooParc Overloon
Verschillen tussen Rotterdam en Overloon
De verschillen tussen de twee verblijven bleken groot. Het verblijf in Overloon heeft meer natuurlijke vegetatie en schaduw, waardoor de temperatuur door het verblijf heen minder uiteenloopt. Hier hadden de dwergnijlpaarden dan ook minder duidelijke voorkeuren. In Rotterdam was dat anders: daar werd duidelijk verschil gemeten tussen zonnige en schaduwrijke plekken, met tot wel 6 graden verschil.
Opvallend was dat Eveline, het dwergnijlpaard in Blijdorp, bij temperaturen boven de 16 graden vaker de schaduw opzocht. In Overloon werd juist minder schaduw opgezocht bij hogere temperaturen. Daar gingen de dieren vaker het water in – iets wat Eveline minder vaak deed. Dit kan te maken hebben met het verschil in baden: in Overloon is het bad groter en meer schaduwrijk door de omliggende vegetatie. Hierdoor kunnen de dwergnijlpaarden meer hun natuurlijke gedrag vertonen. In Blijdorp is het bad kleiner en biedt minder beschutting en geen rustgelegenheid.

Dwergnijlpaard Eveline in Diergaarde Blijdorp ©Diergaarde Blijdorp
Natuurlijk gedrag als uitgangspunt
De inzichten uit dit onderzoek onderstrepen het belang van verblijfontwerp. Het is belangrijk dat een verblijf genoeg variatie heeft, zodat dieren hun lichaam goed kunnen reguleren voor thermisch comfort. Deze resultaten zijn dan ook waardevol voor de plannen die Diergaarde Blijdorp heeft voor een nieuw dwergnijlpaardenverblijf. Door bij het ontwerp rekening te houden met natuurlijke vegetatie, variatie in zon- en schaduwplekken en voldoende mogelijkheden voor watergebruik, kan het verblijf worden verbeterd.
Door sensoren uit het stedelijk klimaatonderzoek van de TU Delft te vertalen naar de dierentuin, ontstaat beter inzicht in hoe dieren thermisch comfort ervaren. Net zoals hittestress bij mensen wordt onderzocht in stedelijke omgevingen, helpt deze sensor-technologie nu ook om het gedrag van dieren beter te begrijpen bij oplopende temperaturen.
